Verhalen

Voorpootrecht

By 21 maart 2019 juni 3rd, 2020 No Comments

Door grootschalige ontbossingen vanaf de 12e eeuw ontstond in onze regio schaarste aan hout. De Hertogen van Brabant gaven vanaf 1396 ter compensatie pootrechten uit aan eigenaren van ontgonnen bos- en heidepercelen. Het pootrecht, ook wel voorpootrecht, recht van voorpoting en plantrecht genoemd, houdt in dat grondbezitters het recht hebben om in eigen bezit bomen te planten en te rooien op een stuk grond vóór het eigen perceel. Doorgaans betreft dit de berm van een weg die langs het perceel loopt.

In de 18e eeuw werd de populier (kwalitatief goed hout en snelgroeiend) geïntroduceerd en daarmee ontstond een landschap met een ongekende dynamiek van leeftijden en verschillende soorten populieren.

In ruilverkavelingen werden door de Landinrichtingsdienst massaal de voorpootrechten opgekocht en veelal ingeplant met streekeigen soorten als eik, berk en es.

In de Ruilverkaveling Sint-Oedenrode (1987-2005) werden deze pootrechten gelukkig erkend als cultuurhistorisch fenomeen en kadastraal vastgelegd. Particulieren behouden daarmee het recht om naar eigen keuze bermen van openbare wegen te beplanten.

Om ons unieke populierenlandschap in stand te houden, wordt door gemeenten het gebruik van populieren ondersteund. Advies over de voorbereiding en plantwijze om schade en hoge beheerkosten bij toepassing van populieren te voorkomen is hierbij hard nodig, temeer daar de vraag naar ondergrondse ruimte ook steeds groter wordt (aanleg glasvezelnetwerk).

Stichting Brabantse Klomp gaat, samen met Wim Bekkers en andere ‘voorpoot-specialisten’ de geschiedenis, verhalen en locaties in beeld brengen. Hiermee wordt een extra dimensie toegevoegd aan de klompenbelevingsroutes in de vier klompendorpen Best, Liempde, Schijndel en Sint-Oedenrode.

Voorpootrecht